Je kent dat wel, jij hebt geen enkel probleem met een wollen sjaal of trui en je vriendin, huisgenoot, …, gruwelt al bij de eerste aanraking. Of is het omgekeerd? De ene mens is gevoeliger dan de andere en verdraagt daarom enkel de fijnste wol op de huid, terwijl iemand anders de iets ruwere wol amper als onaangenaam ervaart. Waarom voelt de “dikkere” mohair soms zachter aan of wordt alpaca beter verdragen?
Er zijn drie belangrijke eigenschappen van wol, of een ander dierlijk haar, die de draagbaarheid bepalen: de diameter, het aantal schubben en de dikte van die schubben.
Eén micrometer, 1mm of 0,001 mm (officieus micron, mu, m) is de eenheid die men gebruikt voor de diameter van wol, mohair, alpaca, …. Tegelijkertijd geeft het een indicatie van de draagbaarheid van de vezel in een stof.
Wol, mohair, alpaca, …, dus alle dierlijke haren hebben een buitenste laag die uit overlappende schubben bestaat. De schubben liggen als dakpannen op elkaar, de randjes van die schubben maken een vezel ruw en prikkerig. Hoe dunner het haar, hoe minder schubjes en dus hoe zachter de wol aanvoelt.
Die schubben kunnen mekaar heel erg overlappen, met vele ruwe randjes tot gevolg, of juist heel weinig overlap hebben, waardoor er op eenzelfde lengte veel minder van die randjes zitten.
De dikte van die randjes speelt ook een rol in het gevoel op de huid.
Mohair is meestal dikker dan wol maar de schubben overlappen elkaar zeer weinig en ze zijn ook nog eens dunner dan die van wol, waardoor “dikkere” mohair toch zacht aanvoelt. Door het grotere zichtbare oppervlak van de schubben zal mohair meer licht weerkaatsen en dus ook meer glans vertonen.
Merinowol met een gemiddelde diameter van 14 micron (0,014mm) is zowat de fijnste wol die je kan vinden. Spin je hiermee een draadje, dan wordt dat door zowat iedereen zeer goed op de huid verdragen. 16 micron merinowol wordt ook door de meeste mensen als zeer aangenaam ervaren. Wol met een gemiddelde diameter van 19 micron vind je in de meeste wollen truien terug, dikwijls gemengd met een gladde, dus zachte, vezel zoals zijde of een synthetische variant. De juiste verhouding bij het mengen van de twee vezels geeft een combinatie die het beste van de twee werelden samenvoegt. Warm en isolerend door de wol, minder prikkerig en een grotere stevigheid of slijtvastheid door de gladde vezel.
Alpaca en mohair hebben veel minder schubben, die ook nog eens dunner zijn dan die van wol, waardoor deze wolsoorten zachter aanvoelen, ook al is hun diameter iets groter dan die van bijvoorbeeld merinowol. Hun isolerende en vochtregulerende eigenschappen zijn even goed als die van wol.
Alpaca heeft daarnaast ook hypoallergene eigenschappen.
Mohair is dan weer veel slijtvaster dan andere dierlijke vezels, neemt bijzonder goed kleur op en vertoont een aantrekkelijke mooie glans, dankzij de grote dunne schubben.
Door verschillende dierlijke vezels te mengen combineer je de eigenschappen zachtheid, isolatievermogen, glans, slijtvastheid, kleur en zelfs ook de beschikbaarheid (lees prijs) tot een product waar iedereen gelukkig van wordt.
Terwijl wolsoorten met een diameter van 19 micron of kleiner meestal goed verdragen worden is dat bij mohair voor diktes van 27 micron of minder.
De allerfijnste en meest zeldzame mohair is super kid als de diameter kleiner is dan 20 micrometer. Men spreekt van kid mohair als de diameter tussen 20 en 27 micrometer zit, die mohair is dus fijn en door de meeste mensen zeer goed te verdragen op de huid.
Jaarling of jong adult mohair heeft een diameter van 27 tot 33 micrometer. Deze mohair is erg slijtvast en kan, gemengd met wol zeer goed in sokkengaren gebruikt worden.
Adult mohair, dan is de diameter 33 tot 39/40 micrometer, wordt veel in tapijt of gordijn- en zetelstof gebruikt.
Merk op dat “kid mohair” kan dus ook van een volwassen dier komen en omgekeerd kan een lam ook (jong) adult mohair produceren.
Bij alpaca maakt men meer onderscheid tussen de verschillende diameters.
< 18µ is ultra-fine of Royal baby alpaca, 18-20µ noemt men superfine of baby alpaca en is de diameter 20 – 23µ spreekt men van fine. Ze zijn allemaal, in zuivere of gemengde vorm goed draagbaar.
23-26µ , medium, 26-30µ, strong en >30µ, super strong zijn iets te grof en hebben dus ook toepassingen die niets met kleding te maken hebben.