In een ver verleden, van internet was er toen nog geen sprake, moest je slagen voor een maturiteitsproef en -examen om te mogen verder studeren. Als langharige met interesse in schapen koos ik ervoor om onderzoek te doen naar haar. We hebben het allemaal, in verschillende vormen en kleuren. Een alledaags onderwerp dus, maar toch ingewikkelder en boeiender dan ik in eerste instantie dacht. Hetzelfde geldt voor wol, mohair (van de angorageit), alpaca, angora (van het angorakonijn), …
Een poging om de verschillen begrijpbaar samen te vatten.
Je zou kunnen zeggen dat haar, wol, nagels, hoeven, veren, schubben van reptielen, hoorns, …, “gewoon” andere vormen van de buitenste laag van de huid zijn. De cellen in de huid en in deze structuren zijn volgepropt met het eiwit keratine. Keratinemoleculen zijn taai, langwerpig, in elkaar gedraaid en stevig met elkaar verbonden. Keratine vormt zo een structuur, die slijtvast is en dus tegen een stootje kan, denk ook maar even aan eelt, klauwen, snavels, …
Haar, wij hebben het allemaal (minstens tijdelijk) op ons hoofd. Op de rest van ons lichaam zijn de haren minder opvallend in tegenstelling tot die van de meeste andere zoogdieren. Die laatsten hebben dikwijls ook een dichte isolerende ondervacht die door de echte haren, de dekharen, tegen regenwater beschermd worden.
Beschouw een haar even als een potlood. Centraal zit de medulla of het merg (het zwarte grafiet), met daarrond een cortex of schors (het hout), die aan de buitenkant nog eens bedekt is met een cuticula (het laklaagje).
De buitenste laag, de cuticula, bestaat uit verschillende laagjes van dunne schubben die als dakpannen op elkaar liggen. Deze schubbenlaag is kleurloos en beschermt de schors. Door water, eventueel gecombineerd met hogere temperaturen en een base (zeep) of een zuur (azijn), kunnen deze schubben beginnen krullen en kan er makkelijk kleurstof in het haar/wol binnen dringen of kunnen de haar- of wolvezels in elkaar haken en vilt vormen.
De cortex, de schors, bepaalt de vorm en de elasticiteit van het haar of de wol en bevat eventueel ook de kleurstof melanine, die in verschillende varianten kan voorkomen. Is het melanine volledig afwezig dan is het haar wit, een andere verhouding in de verschillende types melanine verklaart de variatie in kleurschakeringen die haar en wol hebben.
Een haar heeft een medulla, die uit zachte keratine bestaat.
Wol, mohair, alpaca en de ondervacht van de meeste zoogdieren heeft geen medula, waardoor deze vezels dunner zijn.
De mens heeft door te selecteren angorageiten, schapen en alpaca’s gekweekt die geen of veel minder dekharen hebben. Bij kwalitatief goede angorageiten en goede wolschapen komen er dus geen dekharen voor en is de hoeveelheid kemp erg beperkt.
Kemp zijn rechte, dikkere en meestal kortere haren in wol. Ze hebben een medulla die uit holtes, gevuld met lucht, bestaan. Kemp is niet gewild in de wol omdat ze breekbaar, stug en erg prikkerig zijn.
Angora, de wol van angorakonijnen, is ook hol maar de cortex is dan weer erg dun. Angora is fijner dan de meeste wolsoorten en isoleert daardoor nog beter dan de andere dierlijke vezels.
Ben je nog mee?